Menu

Permacultuur principes deel 1: de ethiek van permacultuur

Permacultuur principes ethiek foto header: Dimitri Steinmeier / Vindt hier de andere delen.

Zonder de ethiek is permacultuur geen permacultuur. De ethiek van ‘zorg voor de aarde’, ‘zorg voor de mens’ en ‘eerlijk delen’ (of ’teruggeven’).

De ethiek van permacultuur

In mijn vorige artikel, over ‘sociale permacultuur‘, tipte ik kort de ethiek en de principes van permacultuur aan. Nu wil ik in een serie artikelen dieper ingaan op al die punten. In elk artikel bespreek ik de theoretische achtergrond en wat uit de praktijk. Ik begin bij het begin: de ethiek.

Ethiek is het denken over normen en waarden, criteria voor wat toelaatbaar is en wat niet. De ethiek van permacultuur gaat dus over de uitgangspunten die binnen de permacultuur gelden. Ik noemde ze al in de intro. ‘Zorg voor de aarde’ en ‘zorg voor de mens’ zijn duidelijk. Wat goed is voor de aarde en voor mensen, dat is op basis van feiten vast te stellen. Het derde uitgangspunt is minder duidelijk. Er zijn verschillende termen voor in omloop: ‘fair share’ of ‘set limits and redistribute surplus’. Behalve een vertaling is daar ook uitleg bij nodig.

Zorg voor de aarde

De planeet Aarde leeft. Mensen, dieren, planten … ze zouden niet bestaan zonder de Aarde. Het buitenste laagje van de planeet, ook aangeduid als ‘aarde’, daarop en daarvan leven ze allemaal. Ieder organisme heeft een functie binnen het geheel, alles hangt samen. Dat heet ‘het ecosysteem’. Goede aarde voedt veel verschillende organismen. De aanwezigheid van veel organismen is een kenmerk van gezonde aarde.
Een door mensen ingericht systeem met als doel voor veel verschillende organismen te zorgen heet ‘polycultuur’. Polycultuur en permacultuur horen bij elkaar. Een belangrijk doel van permacultuur is het cultiveren van eetbare planten en dieren. Daarvoor moeten de leefomstandigheden optimaal worden en blijven; daarbij zijn ook mineralen, water en lucht betrokken, het totale ecosysteem.
Permacultuur ethiek

Zorg voor de mens

Het woord ‘permacultuur’ bestaat uit ‘perma’ en ‘cultuur’. Perma is permanent, dat betekent voortdurend en totaal. Meestal zegt men dat ‘cultuur’ staat voor agricultuur, landbouw. Maar cultuur is een veel ruimer begrip. Bij mensen betekent cultuur een kenmerk of ontwikkeling. Elk mens is een individu, maar gezamenlijk vormen mensen culturen en subculturen. Bij permacultuur behoort ook de ontwikkeling van menselijke kenmerken, denkwijzen en leefwijzen.
De manier waarop mensen met de natuur omgaan is belangrijk, maar ook de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Het gaat om positiviteit, samen bezig zijn met de opbouw van iets goeds. Binnen een groep van mensen heeft ieder een functie, net zoals ieder organisme in de natuur een eigen functie heeft.

Eerlijk delen

Eigenlijk zou je ‘fair share’ moeten vertalen met ‘ieder krijgt het deel waar hij recht op heeft’. De uitleg ‘stel grenzen aan je gebruik en geef terug wat er over is’ klopt beter. Het gaat er namelijk om dat wij, mensen, niet teveel gebruiken en dat we ervoor zorgen dat alle voedingsstoffen weer terugkomen in de natuur.
Stel: je hebt een stuk grond. Daarop kweek je allerlei groenten en fruit en houd je kippen. Je oogst de groenten en vruchten voor vandaag en neemt wat eitjes van de kippen. Je eet niet alles, er is ‘afval’: lelijke bladen, stronken, schillen (ook van de eitjes). Dat afval geef je aan je kippen! Zij halen eruit wat ze kunnen gebruiken, krabbelen de rest de grond in en poepen goede bemesting uit. Ook als je snoeit en wiedt gaat het ‘afval’ weer terug naar de aarde, via de composthoop of als mulch. We moeten veel teruggeven aan de aarde, want zij moet gezond blijven en produceren!
Je leeft niet alleen in de wereld. Je eet misschien je eigen groente, fruit en eitjes, maar je hebt meer behoeften. Andere mensen kunnen doen wat we zelf niet kunnen. Stel: je hebt een vervoermiddel, maar er gaat iets aan kapot. Je bent niet zo technisch, maar je kent een handige monteur. Die monteur wil met geld voor zijn diensten worden beloond. Om aan geld te komen moet je zelf wat verkopen. Eén van je kippen had eieren uitgebroed en de kuikentjes zijn opgegroeid tot jonge hennen en haantjes. Dat komt goed uit: je verkoopt de haantjes. Nu heb je geld om de monteur te betalen.
Dat was een eenvoudig voorbeeldje. Vergeet echter niet: iets heeft jouw stukje aarde verlaten. De kuikentjes zijn bij jou opgegroeid met voedsel van jouw tuin. Nu zijn de haantjes ingeruild voor een dienst van een monteur. Dat is een reden om wat extra’s te geven aan je stukje aarde. Bij alles wat je doet moet je dus goed nadenken en zorgen dat je niet teveel neemt en altijd voldoende teruggeeft.

Inge Leonora-den Ouden
[yabp 63]

Leave a Comment

Translate »