Menu

Permacultuur principes deel 6: Weinig veranderen heeft het meeste effect.

permacultuur principes Vindt hier de andere delen.

Jij begint ergens met permacultuur. Waar je ook begint, voordat jij begon was er al iets, toch?

Mijn voortuin

Ik begon in mijn voortuin. Dat was al lang een tuin. Een vorige bewoner had een deel laten bestraten, daarlangs waren borders met planten en struiken, daar omheen een ligusterheg. Ik kende de principes van permacultuur al. Nu ging ik ze toepassen in de tuin, stapje voor stapje. Het eerste wat ik deed was: stekjes van de bessenstruik uit mijn vorige tuin planten. Ik heb de plek niet bewust uitgekozen. Er was een kaal stuk, dus kwamen ze daar. Op de rest van dat stuk zette ik frambozenstruikjes, rozemarijn en salie. Ik haalde niets weg, spitte of schoffelde niet. Ik plantte alleen, tussen het bodembedekkende ‘onkruid’ (voornamelijk kleine sedumsoorten). Ik wist: ’t is het best voor de bodem als die bedekt blijft.

Ondertussen zijn de bessenstekjes tot aardige struikjes uitgegroeid. Ze gaven al wat trosjes bessen. De frambozen hebben zich flink uitgebreid. Ze geven jaarlijks bakken vol vruchten. Van de rozemarijn en salie heb ik afleggers gemaakt. Van ieder één plant werd ’t zo een heel rijtje. Dus ik had een aardige oogst en meer planten. De enige aanschaf waren drie frambozenstruikjes en twee kruidenplantjes. Planten en afleggen was alles wat ik deed.

Kruidenspiraal

Ietsje meer moeite kwam kijken bij de kruidenspiraal. Daarover schreef ik al eerder  ”in de strijd tegen slakken”. De stenen legde ik anders neer: wat eerst een terrasje was werd nu een oplopende spiraal. Over het ‘klapzand’ kwam karton, compost en potgrond. Ik heb er vrij veel planten voor gekocht. Alles wat ik zelf zaaide vraten de slakjes op. Maar nu begint er balans in te komen. De kruiden die slakken niet lusten zijn overgebleven. Die groeien goed. Ook wat artisjokkenplanten doen het er prachtig.

In het ‘schaduwdeel’ van de spiraal had ik een paar stukken aardappels met uitlopers geplant. Die brachten een leuke oogst op. Waar die stonden heb ik als ‘groenbemesting’ korrels uit een rogge-aar gezaaid. Volgend jaar wil ik daar een ‘vaste groente’ zetten, bijvoorbeeld asperge. Aan die kant biedt het randje rozemarijn en salie bescherming tegen slakken. Veel werk hoef ik niet meer te doen aan de kruidenspiraal: die ‘ vaste groente’ planten (eenmalig) en geregeld compost aanvullen. Er is nog ruimte voor de aanwezige planten om te groeien. Waar ze elkaar raken, dat bepalen ze zelf. Kosten heb ik er niet meer aan. De compost komt van m’n composthoop (groente- en snoeiafval). De kruidenplanten brengen nu al genoeg op voor eigen gebruik (in het eten en als thee). Ze zullen groeien; wat ik dan over heb kan ik drogen en weggeven of ruilen.

Wat er al is …

Is dit principe ook sociaal toepasbaar? Ja, dan denk ik aan plannen waarbij ik betrokken ben. Er is net een stichting opgericht. De groep is het afgelopen jaar ontstaan. Ze vonden elkaar omdat ze een leegstaand gebouw een duurzame bestemming wilden geven. Dat was er dus al: een gebouw en een paar mensen. De stichting maakt haar plannen nu bekend via social media en lokale pers, maar ook ‘van mond tot mond’. De groep breidt zich als vanzelf uit. Wat is er al, in die mensen? Of ze nou materiaal of materieel hebben, kennis of inzicht, ieder draagt z’n steentje bij. Nu gebeurt dat in voorbereidende gesprekken, maar wanneer de plannen in praktijk gebracht gaan worden zullen vele handen het werk licht maken!

-Inge Leonora-den Ouden-

1 Comment

  • Quirine de Kok / 9 oktober 2015 at 20:14

    Mijn kippen beheren de tuin en zelf koop ik af en toe wat bij

    Beantwoorden

Leave a Comment

Translate »